De Stichting Textiel Innovatie Maastricht werkt in een nieuwe werkplaats aan het hergebruik van textiel en de ontwikkeling van materialen op biologische basis.
Samen met onderwijsinstellingen, kennispartners en bedrijven onderzoekt de stichting hoe biopolyester toegepast kan worden in kleding, meubelstoffen en medische toepassingen.
Biopolyester geldt als kansrijke vervanger van synthetisch polyester. Het materiaal is geschikt voor circulaire productontwikkeling. In de werkplaats worden stoffen gebreid met garen van biopolyester. Daarbij worden plaatselijk verstevigingen aangebracht, zodat bijvoorbeeld stoffering op stoelen kan worden bevestigd zonder schroeven of spijkers. Het materiaal blijft goed demonteerbaar en herbruikbaar. De eerste testresultaten laten zien dat dit in de praktijk werkt.
Volgens directeur Jörn Behage ligt de toepassing nu nog vooral bij exclusieve merken, maar komt grootschalige inzet dichterbij. Wereldwijd ontstaan fabrieken voor biopolyester, en Nederland heeft volgens hem alles in huis om mee te doen: materiaalkennis, recyclingexpertise en een goed netwerk. De stichting wil in Maastricht een testcentrum worden voor de industrie en mensen gaan opleiden in het werken met biobased materialen.
Het project krijgt ondersteuning via de regeling Subsidie Testen Circulaire Biopolyesters (STCB), uitgevoerd door RVO. Die regeling maakt het mogelijk om de eigenschappen van het materiaal te testen en fabrikanten te overtuigen van de toepasbaarheid. Volgens Behage is de belangstelling in de sector groot en groeit het besef dat hernieuwbare materialen noodzakelijk zijn.
