HÉT INFORMATIEPUNT VOOR WASSERIJEN EN STOMERIJEN

NIEUWS, KENNIS EN INFORMATIE UIT DE BRANCHE

PFAS in werkkleding: verbod in EU botst met veiligheid

PFAS, de zogeheten ‘forever chemicals’, zijn de afgelopen jaren onderwerp van discussie. Ze worden niet afgebroken in het milieu, stapelen zich op in het lichaam en zijn schadelijk voor de gezondheid. De Europese Unie heeft daarom besloten om het gebruik van PFAS stap voor stap uit te bannen.

Maar PFAS zitten ook in werkkleding: in brandweerpakken, overalls voor de chemische industrie en jassen die water- en vuilafstotend moeten zijn. Het weghalen van de stoffen uit deze kleding roept een lastig dilemma op. Want hoe zorg je dat werknemers veilig hun werk kunnen doen als de beschermende eigenschappen van hun kleding verdwijnen?

Tegelijkertijd groeit de druk om PFAS terug te dringen. Sinds november 2024 gelden er in Nederland strengere regels voor het gebruik. Bedrijven die PFAS toepassen moeten het gebruik melden en waar mogelijk beperken.

In dit artikel schetsen we de stand van zaken: de wetgeving, de praktijk bij producenten en wasserijen, en de keuzes waar de sector en de EU de komende jaren voor staan.

Wat zijn PFAS?

PFAS staat voor poly- en perfluoralkylstoffen, een verzamelnaam voor duizenden chemische stoffen die al sinds de jaren vijftig worden toegepast. Ze maken materialen water- en vetafstotend, brandwerend en bestand tegen hitte of agressieve vloeistoffen. Juist daarom werden ze decennialang gezien als ideaal voor textiel, verpakkingen en zelfs cosmetica.

Waarom worden PFAS gebruikt?

In werkkleding worden PFAS vooral door de producenten van textiel gebruikt in EPTFE membranen en zogenaamde finishes: afwerklagen die textiel extra eigenschappen geven. Denk aan brandwerende kleding die tegelijk olieafstotend moet zijn, chemiewerende pakken die bescherming bieden tegen gevaarlijke stoffen, of regenkleding die langdurig waterdicht blijft.

Precies die kwaliteiten zorgen ook voor problemen. PFAS worden bijna niet afgebroken in het milieu. Ze kunnen zich ophopen in bodem, water en organismen, en uiteindelijk ook in het menselijk lichaam. Wetenschappers waarschuwen dat langdurige blootstelling kan leiden tot gezondheidsrisico’s, zoals verstoring van het immuunsysteem of een verhoogd risico op bepaalde vormen van kanker. Omdat PFAS vrijwel overal teruggevonden worden, zoals in drinkwater en voedselketens, is de maatschappelijke en politieke druk om in te grijpen groot.

Met name als het gaat om bescherming tegen vloeistoffen op basis van olie ontbreekt een alternatief. Dat maakt de discussie ingewikkeld: kies je voor een schoner milieu, of voor maximale veiligheid van de drager?

Regels uit Brussel

Sinds begin 2025 geldt er in de Europese Unie een streng verbod op het gebruik van PFAS in textiel. In principe mogen de stoffen niet meer worden toegepast. Toch zijn er uitzonderingen. Kleding die aan strikte veiligheidsnormen moet voldoen, zoals EN 13034 (bescherming tegen vloeibare chemicaliën) en EN 11612, subtest E (bescherming tegen hitte en vloeibare chemicaliën), mag voorlopig nog PFAS bevatten. De reden: er bestaan nog geen volwaardige alternatieven die hetzelfde beschermingsniveau bieden.

De uitzondering loopt tot 2037. Fabrikanten en wasserijen hebben daarmee twaalf jaar de tijd om een oplossing te vinden. Voor alle andere toepassingen, zoals regenkleding, outdoorjassen en standaard bedrijfskleding, zijn PFAS-vrije varianten inmiddels haalbaar.

Nieuwe verplichtingen voor bedrijven

De Europese regels vertalen zich in Nederland naar concrete plichten. Bedrijven die PFAS gebruiken, moeten het melden bij hun gemeente of provincie via het Omgevingsloket. Daarnaast geldt de zogeheten minimalisatieplicht: het gebruik en de uitstoot van PFAS moet zo veel mogelijk worden beperkt. Bedrijven zijn verplicht om emissies naar lucht en water te monitoren en te reduceren.

Daarbovenop komt het Vermijdings- en reductieprogramma (VRP). Elke vijf jaar moeten bedrijven vastleggen hoe zij het gebruik en de emissie van PFAS verder terugdringen. Ook wasserijen en stomerijen die kleding impregneren of nabewerken vallen hieronder.

Spanningsveld tussen milieu en veiligheid

Daarmee zitten bedrijven in een spagaat. Aan de ene kant de wens zo duurzaam mogelijk te werken en de wettelijke verplichtingen om PFAS zo snel mogelijk uit te faseren. Aan de andere kant de verantwoordelijkheid om werknemers veilig te kleden, zeker in risicovolle sectoren die te maken hebben met chemie, olie en gas of brandbestrijding.

De komende jaren moet duidelijk worden of de industrie in staat is om alternatieven te ontwikkelen die net zo goed beschermen als PFAS-finishes doen.

Produceren van werkkleding

Voor producenten van werkkleding is het uitfaseren van PFAS inmiddels een dagelijks thema. Zij moeten balanceren tussen de eisen van hun klanten, de technische mogelijkheden van stoffen en de nieuwe Europese wetgeving. Volgens Lisa Vos, hoofd ontwikkeling bij Havep, draait het vraag-
stuk vooral om de rol van PFAS in de zogeheten finishes.

PFAS wordt gebruikt in fluorcarbon-finishes. Die zorgen ervoor dat textiel waterafstotend, olieafstotend en chemiewerend is. “Voor waterafstotende eigenschappen bestaan er inmiddels oplossingen. Maar voor olie en oliegedragen chemicaliën niet,” legt Vos uit. De verklaring is technisch: het heeft te maken met de oppervlaktespanning van een vloeistof. Hoe lager die spanning, hoe beter de bescherming tegen olie. PFAS kan dat, PFAS-vrije finishes nog niet. „Alles waar olie in zit, zoals bijvoorbeeld diesel, biedt momenteel geen bescherming als je een finish gebruikt die niet op PFAS gebaseerd is.”

Water en olie

Volgens Vos is er in de markt vaak onvoldoende kennis over dit verschil. “Er heerst soms het idee dat alle PFAS-vrije finishes niet kunnen tippen aan PFAS-houdende, maar dat klopt niet. Voor watergedragen chemicaliën zijn de alternatieven prima. Voor oliegedragen stoffen liggen de risico’s voor de drager veel hoger.”

De normering EN 13034 (bescherming tegen vloeibare chemicaliën) geeft daarbij niet altijd een volledig beeld. “Die test gaat uit van kleine hoeveelheden, ongeveer een eetlepel chemicaliën. Als je daaraan voldoet, betekent dat dus niet dat je beschermd bent tegen grotere hoeveelheden. Dat is een nuance die veel mensen zich niet realiseren.”

Risico-bescherming symbolen

Onderzoek

De afgelopen jaren is er veel onderzoek gedaan naar PFAS-vrije finishes. Daarbij wordt textiel getest op hoe goed het bestand is tegen water, olie en verschillende chemicaliën. De resultaten laten zien dat PFAS-vrije middelen terrein winnen, maar dat ze nog niet in alle gevallen gelijkwaardig zijn. Er worden bijvoorbeeld onderzoeken gedaan met nanotechnologie of plasma.

Voor waterafstotendheid is de vooruitgang het grootst. Moderne PFAS-vrije finishes zorgen ervoor dat stoffen regen en watergedragen chemicaliën redelijk goed afstoten. In situaties waar vooral natheid een risico vormt, zoals bij regen- of standaard werkkleding, zijn deze alternatieven inmiddels goed.

Voor olie en oliegedragen chemicaliën blijft het verschil duidelijk. Daar presteren PFAS-vrije finishes wel beter dan enkele jaren geleden, maar ze halen het niveau van PFAS-houdende varianten nog niet. “Het verschil is kleiner geworden, maar het is er nog steeds”, legt Vos uit. “En juist in sectoren waar contact met olie of olie gedragen chemicaliën een reëel risico is, kan dat verschil het verschil maken tussen bescherming en gevaar.”

De onderzoeksresultaten maken dus een scheiding zichtbaar. Voor toepassingen met lage risico’s kan de overstap naar PFAS-vrij nu al verantwoord zijn. Voor sectoren met hoge risico’s, zoals olie en gas of zware chemie, is die stap nog niet haalbaar.

PFAS komt op verschillende manieren in het milieu onder andere door brandblusmiddelen
PFAS komt op verschillende manieren in het milieu onder andere door brandblusmiddelen

Beweging in de markt

Toch vindt Vos de beweging naar PFAS-vrije oplossingen positief. “Het is goed dat PFAS uiteindelijk wordt afgeschaft. Dat zet automatisch een verduurzamingsslag in gang. Minder chemische finishes betekent altijd een stap vooruit. De uitzondering voor werkkleding in categorie 3 vind ik ook goed: daar is nu nog geen oplossing voor, maar zonder deze beweging wordt er ook niet naar een nieuwe oplossing gezocht.”

Volgens haar is het bovendien niet te vroeg om in actie te komen. “Het tijdspad dat de EU heeft gegeven is twaalf jaar. We hebben dus tot 2037 om een alternatief te ontwikkelen dat dezelfde bescherming biedt tegen olie. Wordt dat niet gevonden, dan verwacht ik dat de EU opnieuw naar de regels moet kijken. De veiligheid van de werknemer staat centraal.”

De praktijk in de wasserijen en stomerijen

Niet alleen producenten van werkkleding hebben te maken met de nieuwe PFAS-regels, ook wasserijen en stomerijen staan voor een ingewikkelde opgave. Zij zorgen ervoor dat beschermende kleding na elke wasbeurt zijn eigenschappen behoudt. En juist daarbij speelt PFAS een cruciale rol.

“Kleding voor de chemische industrie moet na het wassen opnieuw nabehandeld worden”, zegt Wim Dijkstra van Vitesse Textielreinigers. “Laat je dat na, dan verliest de kleding zijn beschermende laag en is ze onbruikbaar. Voor dragers kan dat direct gevaar opleveren. Denk aan brandwonden of het onwel worden door chemicaliën.”

Daarmee belanden wasserijen in een spagaat. Aan de ene kant weten zij dat PFAS slecht afbreekbaar is en mogelijk schadelijk voor milieu en gezondheid. Aan de andere kant hebben zij te maken met klanten die eisen dat de kleding aantoonbaar blijft voldoen aan de veiligheidsnormen. “Als wij niet nabehandelen, kunnen we onze klanten niet meer bedienen,” zegt Dijkstra. “En dat risico kunnen we niet nemen.”

Gebrek aan transparantie

Een complicerende factor is dat wasserijen vaak niet precies weten hoeveel PFAS zij gebruiken. “Leveranciers zeggen dat het om een klein percentage gaat”, vertelt Dijkstra. “Maar hoeveel dat precies is blijft onduidelijk. Die kennis wordt niet met ons gedeeld, ook niet als we erom vragen.”

Dat gebrek aan informatie zorgt voor onrust. „Met asbest wist iedereen: dat moet je vermijden. PFAS is onzichtbaar: je ruikt of ziet het niet. Tegelijk weten we dat het in het milieu terechtkomt. Maar zolang er geen volwaardig alternatief is, blijven we het gebruiken.”

Daar komt bij dat je een zorgplicht hebt voor je personeel. „We willen voorkomen dat mensen onnodig met schadelijke stoffen werken. Maar zolang er geen alternatief is, staan we met de rug tegen de muur,” zegt Dijkstra.

Dilemma

De onzekerheid werkt ook door naar opdrachtgevers. “Stel dat morgen wordt gezegd dat we dit impregneermiddel niet meer mogen gebruiken. Dan kunnen we een groot deel van de markt niet meer bedienen”, legt Dijkstra uit. “Onze klanten in de chemie eisen kleding die beschermt. Zonder nabehandeling na het wassen is die kleding waardeloos.”

Vooralsnog wordt er door klanten gekozen voor het waarborgen van de veiligheid van de eindgebruikers, totdat een adequaat en veilig alternatief beschikbaar is. “Als er morgen een PFAS-vrije oplossing beschikbaar is, sta ik vooraan in de rij,” zegt Dijkstra. “Maar op dit moment is dat er niet.”

De afweging van de EU

De Europese Unie heeft met het verbod op PFAS in textiel een duidelijk signaal afgegeven: de stoffen horen niet thuis in een duurzame toekomst. Maar daarmee is het probleem nog niet opgelost. Juist in werkkleding met een hoge beschermingsklasse ontbreekt nog een gelijkwaardig alternatief.

De EU staat daarmee voor een lastige keuze. Enerzijds is er de plicht om milieu en volksgezondheid te beschermen door PFAS zo snel mogelijk uit te bannen. Anderzijds kan het verbieden van de stoffen leiden tot minder bescherming voor werknemers die dagelijks met gevaarlijke stoffen werken. Een werknemer die diesel of agressieve oplosmiddelen over zich heen krijgt, kan niet vertrouwen op een jas die slechts gedeeltelijk afstotend is.

De EU heeft met de uitzondering tot 2037 bewust tijd gekocht. De druk ligt bij de sector om in die periode alternatieven te vinden. Lukt dat, dan kan PFAS volledig verdwijnen. Lukt dat niet, dan staat Brussel voor een principiële keuze: accepteer je minder bescherming van werknemers, of maak je een blijvende uitzondering voor PFAS?

Samenwerking in de keten

Om een oplossing te vinden is er samen-
werking nodig in de keten. Producenten van textiel kunnen wel nieuwe stoffen ontwikkelen, maar als impregneermiddelen en nabehandelingsproducten die bescherming niet ondersteunen, wordt de kleding alsnog onbruikbaar. Zeep- en chemiefabrikanten spelen dus een cruciale rol: hun producten moeten aansluiten bij de beschermende factor die de kleding moet behouden.

Risico-bescherming symbolen
Risico-bescherming symbolen

Wasserijen zien in de praktijk wat werkt en wat niet, en opdrachtgevers stellen de veiligheidsnormen waaraan de kleding moet voldoen. Zonder afstemming tussen deze partijen is er geen oplossing. Alleen door gezamenlijk onderzoek, transparantie over samenstelling en duidelijke afspraken over testmethodes kan de sector voorkomen dat werkkleding zijn beschermende functie verliest zodra PFAS volledig verboden is.

Slecht, maar nu nog onmisbaar

Het PFAS-dossier laat zien hoe ingewikkeld verduurzaming kan zijn. Er is op dit moment geen uitsluitsel over in welke mate de stoffen slecht zijn voor milieu en gezondheid. Daar ontbreekt onderzoek naar. Toch zijn ze nog onmisbaar in situaties waar de veiligheid van werknemers afhangt van olie- en chemiewerende kleding.

Producenten, wasserijen en opdrachtgevers staan daarmee voor dezelfde uitdaging: hoe snel kun je verduurzamen zonder concessies te doen aan veiligheid? De komende twaalf jaar zijn cruciaal. Eén ding is duidelijk: pas als wetenschap en industrie samen een volwaardig alternatief ontwikkelen, kan de sector écht afscheid nemen van de ‘forever chemicals’. ■

Lees ook