Onderzoeksrapportage naar de staat van recycling
Ongeveer vier procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen komt door de textiel- en schoenen-industrie. Daarnaast legt de productie een grote druk op land- en watergebruik en leidt het gebruik van chemicaliën en de afgifte van microplastics tot vervuiling van bodem en water. Recycling moet het antwoord zijn, maar hoe staat het daarmee?
Jaarlijks komen er bijna een miljard kledingstukken en 70 tot 100 miljoen paar schoenen op de Nederlandse markt. Gemiddeld is dat circa 50 kledingstukken en 5 paar schoenen per persoon per jaar.
Van alle klimaatimpact van consumenten in Nederland komt ongeveer 5 procent voort uit het gebruiken en afdanken van textielproducten. Naast kleding en schoenen betreft dat ook bed- bad- en keuken-linnen.
Deze feiten over het gebruik van textiel, en de milieu impact die hiermee samenhangt, zijn relevant voor de bedrijven in de textielservicebranche. Immers, een deel van het textiel is in het bezit van en/of wordt onderhouden (wassen, drogen) door professionele wasserijen en stomerijen. Daarmee hebben deze bedrijven, naast particulieren, invloed op de duurzame inzetbaarheid van textiel.
Door TKT zijn in 2017, 2019 en 2021 rapportages gemaakt over textielrecycling. Inmiddels zijn er een aantal jaren verstreken en met name in 2024 is er veel gepubliceerd door onderzoeksbureaus en de overheid over dit onderwerp.
Veel beleid en cijfers zijn primair gericht op consumententextiel. Op zich is dit logisch want in de particuliere markt gaat het meeste textiel om. Uit eerder onderzoek van TKT bleek dat ca 95% door consumenten wordt onderhouden en 5% door professionele textieldienstverleners.
Maar alle wet- en regelgeving is volledig van toepassing op de wasserijen en stomerijen.
Teneinde de verenigingen FTN en NETEX up-to-date te houden over de laatste ontwikkelingen, hebben de besturen van beide verenigingen aan TKT opdracht gegeven om de recente ontwikkelingen in een rapport te beschrijven en deze kennis binnen de verenigingen te verspreiden.
Wat er moet, wat er gebeurt en wat er kan
Textielhergebruik en -recycling is een actueel maatschappelijk thema vanwege de grote milieu-impact die textiel heeft, van productie tot en met afdanking. In het onderzoek is op drie verschillende manieren naar textielrecycling gekeken. ‘Wat er moet’, over wet- en regelgeving, ‘Wat er gebeurt’, over de genomen acties en resultaten van de afgelopen paar jaar en tot slot ‘Wat er kan’, over welke technieken beschikbaar zijn of in ontwikkeling zijn.
Wat er moet:
De wet- en regelgeving is gebaseerd op de doelstelling om in Nederland in 2050 een volledig circulaire economie te hebben. Dit is vastgelegd in het Nationaal Programma Circulaire Economie. Een circulaire economie draait om afval; het voorkomen, verminderen, scheiden en recyclen hiervan en in die volgorde. Het afvalbeleid is vastgelegd in het Landelijk Afvalbeheer Plan (LAP).
Over textiel zijn hiervan specifieke regels afgeleid en vastgelegd in de Uitgebreide Producenten Verantwoordelijkheid (UPV) en in het Beleidsprogramma circulair textiel 2025 – 2030.
In de UPV is de financiële en organisatorische verantwoordelijkheid voor de afvalfase van textiel neergelegd bij de producenten van nieuw textiel. De producenten hebben daartoe vier verplichtingen:
- Melden welke producten in welke hoeveelheden op de markt gebracht worden.
- Realiseren van een innamesysteem voor afgedankt textiel.
- Bereiken van specifieke doelen op het gebied van hergebruik en recycling.
- Rapporteren over de bereikte resultaten.
In het beleidsprogramma is vastgelegd welke (sub-)doelen er zijn om textiel in 2050 volledig circulair te maken en hoe dit bereikt kan worden. De doelen voor de komende vijf jaar, die de producenten moeten realiseren (punt 3), zijn percentages ten opzichte van het op de markt gebrachte textiel. Van 2025 naar 2030 zijn de doelen:
- Voorbereid voor hergebruik of recycling: 50 > 75%
- Voorbereid voor hergebruik: 20 > 25%
- Bestemd voor hergebruik in Nederland: 10 > 15%
- Van het gerecyclede deel wordt vezel-tot-vezel gerecycled: 25 > 33%
Wat er gebeurt:
Er zijn in 2024 meerdere onderzoeksrapporten verschenen die de stand van zaken beschrijven wat betreft hergebruik en recycling van in Nederland op de markt gebracht nieuw textiel. In deze onderzoeken zijn gegevens gebruikt uit 2021 en/of 2022 en/of 2023. Het is niet mogelijk om hieruit een volledig en eenduidig beeld te vormen over de hoeveelheden die worden hergebruikt of gerecycled.
Wel is het mogelijk om een aantal indicaties te geven, hoewel soms tegenstrijdig:
- Stromen van afgedankt textiel zijn moeilijk in kaart te brengen. Dat geldt overigens voor vele afvalstromen. De reden hiervoor is dat er internationale handel in textiel bestaat. Zo wordt buitenlands afgedankt textiel in Nederland gesorteerd maar ook wordt Nederlands textiel in het buitenland gesorteerd. Ook wordt textiel veel doorverkocht. De grootste afnemer van Nederlands textiel is Polen, maar dit wordt grotendeels doorverkocht aan landen in Afrika, het verre oosten of Zuid-Amerika.
- Afgedankte textiel belandt voor 50% bij het restafval en 50% wordt gescheiden ingezameld.Van het ingezamelde textiel wordt 55% bestemd voor hergebruik, waarvan bijna 90% naar het (verre) buitenland gaat. Zo’n 30% wordt gerecycled, waarvan weer 80% naar het buitenland gaat en de laatste ruim 10% is alsnog bestemd voor afvalverbranding, vooral in Nederland.Ter vergelijking: andere afgedankte producten zoals glas, plastic en papier worden grotendeels in Nederland gerecycled en hergebruikt.
- Met uitzondering van hergebruik in Nederland worden de doelen uit het beleidsprogramma 2020-2025 niet gehaald.
- Herdraagbaar textiel is het product met de hoogste omzet in kringloopwinkels.
- Wereldwijd beschouwd kan textiel uit Nederland voor 0,3% circulair worden genoemd.
- Fast fashion vormt een belangrijke bedreiging voor circulariteit van textiel. De prijzen hiervan zijn dermate laag dat geconcurreerd wordt met herdraagbaar textiel, zowel binnen als buiten Nederland. Ook is de kwaliteit veelal matig waardoor hergebruik of recycling niet mogelijk is.
Wat er kan:
Textiel kan op drie manieren worden verwerkt, na de inzameling en sortering. Textiel kan worden hergebruikt waarbij het product op gelijke wijze nogmaals wordt gebruikt, zonder ingrijpende modificatie of aanpassing. Dit is de “hoogste” of “beste” manier van herbestemming. Ook kan het worden gestort of verbrand. Dit is natuurlijk de herbestemming die moet worden voorkomen. En het kan worden gerecycled, waarbij het materiaal waarvan het product gemaakt is opnieuw wordt gebruikt. Recycling is onder te verdelen in mechanische recycling en (bio-)chemische recycling.
Mechanische recycling
Bij mechanische recycling wordt het textiel verwerkt tot vezels door het product uiteen te rafelen. Mechanisch gerecyclede garens zijn kort en daardoor niet erg sterk (treksterkte). Bovendien is mechanische recycling gevoelig voor verstoringen, zoals bijvoorbeeld de structuur van het textiel, finishes en coatings, aanwezigheid van elastaan en accessoires (knopen, ritsen en dergelijke).
Er is sprake van closed loop recycling als de vezels weer worden toegepast in de textielindustrie. Vanwege de lage treksterkte is bijmenging met ander materiaal (virgin vezel of polyester) noodzakelijk. Bij open loop recycling worden de vezels toegepast in een andere dan de textielindustrie. Bijvoorbeeld in non-woven producten en isolatiemateriaal. Mechanische recycling is nog niet zo ver ontwikkeld dat hoogwaardige producten tegen lage kosten en op grote schaal gemaakt kunnen worden.
Chemische recycling
Met chemische recycling wordt textielafval met behulp van diverse processen teruggebracht tot grondstoffen. Hiervan kunnen weer vezels gemaakt worden, waarvan garens gesponnen worden. Chemische recycling wordt nog nauwelijks op industriële schaal toegepast. Ook chemische recycling is een gevoelig proces. Bij voorkeur moeten er hoegenaamd geen vervuilingen in het textiel zitten, moet het textiel homogeen zijn met praktisch gelijk smeltpunt en moet het textiel vrijwel volledig droog zijn. De ideale grondstof voor recycling is een monostroom, bijvoorbeeld 100% katoen, die liefst helemaal wit is.
Conclusies, discussie en slotnotities
Er is veel en ambitieuze wet- en regelgeving om de textielketen circulair te maken. Behalve veel wet- en regelgeving is de onderlinge samenhang in regels complex, hetgeen de inzichtelijkheid niet ten goede komt.
Hergebruik van textielproducten, vooral kleding, lijkt in Nederland redelijk goed te functioneren. Via bijvoorbeeld kringloopwinkels, Vinted en Marktplaats, wisselt kleding vaak van eigenaar. Maar toch een kritische kanttekening. Ongeveer 90% van de textielproducten die in de categorie hergebruik vallen, zijn bestemd voor verre buitenlanden. Of en hoe deze producten na afdanking aldaar gerecycled worden is geheel onduidelijk.
Recycling, van textiel naar textiel, vindt nog nauwelijks plaats. De technieken hiervoor, zowel mechanisch als chemisch, worden nog nauwelijks industrieel toegepast. Er zijn namelijk nog veel technische en financiële uitdagingen.
Wat als recycling wordt benoemd is veelal een lineaire recycling, geen circulaire. Bijvoorbeeld aan de voorkant: textiel maken van gebruikte PET-flessen. En aan de achterkant: isolatiemateriaal maken van afgedankt textiel.
De producten die in Nederland gemaakt worden van afgedankt textiel zijn veelal aanbod- en niet vraag gestuurd.Er kan gesteld worden dat deze oplossingen beter zijn dan verbranden of storten, maar circulair zijn ze niet.
Het is opmerkelijk dat het thema “kwaliteit” veelvuldig genoemd wordt als het gaat om recycling. Tegelijk wordt kwaliteit in het geheel niet genoemd in combinatie met hergebruik. Het feit dat 90% van hergebruik plaatsvindt in het buitenland, doet vermoeden dat de kwaliteitsperceptie in het buitenland anders is dan in Nederland.
Daar komt bij dat er ook een textielstroom naar het buitenland gaat vanwege humanitaire hulp.
Er zijn in Nederland vele bedrijven, instituten, stichtingen, coöperaties en dergelijke die zich bezighouden met het hergebruiken en/of recyclen van textiel. Een overzicht hiervan is te vinden in een publicatie van het ministerie van I&W.
In deze (Engelstalige) publicatie is een overzicht opgenomen van ruim honderd Nederlandse organisaties die in deze sector actief zijn. In een tabel is samengevat op welke gebieden ze actief zijn, onderverdeeld in:
- Product-design.
- Material extraction and processing.
- Textile production & product manufacturing.
- Packaging, distribution & retail.
- Consumer use.
- Collecting and sorting.
- Recycling.
- Support: research and consultancy.
Van elke organisatie is een korte omschrijving opgenomen.
Het is goed dat er een dergelijke hoeveelheid aan initiatieven bestaat. En ook nodig, want er moet nog veel gebeuren om in 2050 een volledig circulaire textielketen te hebben.
De leden van FTN en Netex kunnen het gehele TKT rapport over Textielhergebruik en -recycling gratis opvragen bij het secretariaatsbureau van de verenigingen. ■