Van diesel naar elektrisch
Het rapport ‘Duurzame distributie’ van het Technologisch Kenniscentrum Textielverzorging (TKT), in mei 2025 opgesteld in opdracht van FTN en NETEX, onderzoekt hoe wasserijen en stomerijen hun logistiek kunnen verduurzamen. De analyse richt zich op wet- en regelgeving, technologische ontwikkelingen, beschikbare energiedragers en de praktische ondersteuning die bedrijven kunnen benutten. De centrale vraag luidt: welke route leidt het meest effectief naar een emissievrije distributie in 2050 en wat betekent dit concreet voor textielverzorgers?
De verduurzaming van de distributie in de textielverzorging is in gang gezet. Verschillende bedrijven in de wasserij- en stomerijsector hebben al stappen gezet richting schoner vervoer. Toch blijft het merendeel van de logistiek nog afhankelijk van diesel. De urgentie om te veranderen neemt toe. De overheid heeft duidelijke doelen gesteld: in 2050 moet de samenleving fossielvrij zijn. Voor de transportsector betekent dit dat vanaf 2040 alleen emissievrije voertuigen verkocht mogen worden. Deze beleidslijn raakt ook de textielverzorging, waar distributie een essentieel onderdeel vormt van de bedrijfsvoering.
Klimaatbeleid: koers op 2050, maar ingrepen al in 2025
Het Nederlandse en Europese klimaatbeleid is ambitieus. In de Klimaatwet is opgenomen dat de CO2-uitstoot in 2050 met 95% moet zijn gereduceerd ten opzichte van 1990. De mobiliteitssector speelt daarin een sleutelrol: zo’n 19% van de nationale uitstoot komt momenteel van vervoer. Voor de distributie binnen de textielverzorging, waar diesel nog de norm is, is dit dus een relevant aandachtspunt.
De maatregelen stapelen zich op: Zero-emissiezones worden ingevoerd in inmiddels 16 steden, met nog eens 12 in voorbereiding. Deze zones verbieden vervuilende bestel- en vrachtauto’s in het centrum.
Vrachtwagenheffing gaat in vanaf 2026. Bedrijven betalen per gereden kilometer. Emissievrije voertuigen krijgen aanzienlijke korting (tot 80% t.o.v. diesel).
Vrijstelling BPM voor bestelwagens is per 1 januari 2025 afgeschaft en wordt nu berekend op basis van CO2-uitstoot. Dit betekent fors hogere kosten voor ondernemers die nog kiezen voor diesel- of benzinewagens.
Europese emissienormen schrijven voor dat in 2035 alle nieuwe bestelauto’s en personenwagens 100% zero-emissie moeten zijn. Voor vrachtwagens geldt dit vanaf 2040.
Er komt een CO2-emissiehandel genaamd de ETS-2. Het systeem geldt voor de CO2-emissies van alle brandstoffen die geleverd worden aan de gebouwde omgeving, wegvervoer en overige sectoren. Brandstofleveranciers zijn verantwoordelijk voor het monitoren van de emissies en het betalen van een CO2-prijs. De kosten voor deze CO2 wordt doorberekend aan de gebruikers.
Kortom: afwachten is geen optie. De transitie wordt juridisch, fiscaal en praktisch afgedwongen. De vraag is dus niet óf, maar wanneer en hoe textielverzorgers overstappen.
Wat zijn de opties? Een overzicht van energiedragers
TKT onderzoekt in haar rapport vijf verschillende alternatieven voor diesel, elk met hun eigen kenmerken, voor- en nadelen. Hieronder een overzicht, aangevuld met de meest relevante feiten voor de praktijk.
Elektrisch: de beste keuze voor de toekomst
Elektriciteit is vrijwel zeker de belangrijkste energiedrager van de toekomst voor distributie. De voordelen zijn evident:
- Elektrisch rijden heeft geen uitlaatemissies.
- De energie-efficiëntie is zeer hoog: elektrische voertuigen verbruiken gemiddeld 1,3 kWh per kilometer, terwijl diesel rond de 3 kWh per kilometer zit.
- Elektrische voertuigen zijn stil, onderhoudsarm en worden fiscaal gestimuleerd.
De laadinfrastructuur is echter nog een uitdaging. Vooral in stedelijke omgevingen speelt netcongestie een rol: het elektriciteitsnet heeft niet overal voldoende capaciteit om grootschalig laden te ondersteunen.
Voor de textielverzorging zijn inmiddels diverse elektrische bestelwagens op de markt met een actieradius tussen 200 en 400 kilometer. Het prijsverschil ten opzichte van diesel wordt kleiner: modellen met 200 tot 300 kilometer bereik zijn inmiddels qua catalogusprijs vergelijkbaar.
Waterstof: theoretisch interessant, praktisch onhaalbaar
Waterstof wordt regelmatig genoemd als alternatief voor diesel, maar is voorlopig nog niet geschikt voor toepassing in de textielverzorging. De productie van groene waterstof – waarbij geen CO2 vrijkomt – staat in de kinderschoenen. De huidige waterstof wordt vooral gewonnen uit aardgas (grijze waterstof), wat gepaard gaat met fossiele emissies.
Bovendien:
- De efficiëntie is laag: veel energie gaat verloren bij omzetting naar waterstof en bij omzetting in de brandstofcel.
- De kosten zijn hoog: een waterstoftruck kost momenteel circa € 700.000.
- De tankinfrastructuur is beperkt: er zijn slechts 25 tankstations in Nederland.
- De techniek is nog niet uitgerijpt: slechts enkele fabrikanten leveren modellen, in lage volumes.
De conclusie is helder: Waterstof is voor wasserijen en stomerijen op de korte en middellange termijn geen realistische optie.
Biobrandstoffen: direct toepasbaar, maar eindig
Biobrandstoffen zijn gemaakt van plantaardig of dierlijk afval, zoals gebruikt frituurvet. Varianten zoals HVO100 en FAME kunnen in bestaande dieselmotoren worden toegepast – ideaal als tussenoplossing. De voordelen:
- Geen aanpassing nodig van voertuigen of infrastructuur.
- Vermindering van netto CO2-uitstoot.
- Volledig beschikbaar via bestaande tanknetwerk.
Echter biobrandstoffen worden hoofdzakelijk van afval gemaakt en dit is niet oneindig beschikbaar. Bovendien is het geen zero-emissie-oplossing. Biobrandstoffen stoten bij verbranding nog steeds CO2 en stikstofoxiden uit.
Voor bedrijven die nu nog rijden op diesel, biedt overstappen op HVO wel een onmiddellijke reductie van emissies. Maar voor de lange termijn is deze oplossing onvoldoende.
E-fuels: toekomstig alternatief, maar nog onontwikkeld
E-fuels – synthetische brandstoffen gemaakt van groene waterstof en CO2 – zijn nog niet commercieel beschikbaar. Ze kunnen wel gebruikt worden in bestaande motoren, maar hun productie is energie-intensief en duur.
Verwacht wordt dat e-fuels vooral voor luchtvaart en scheepvaart interessant zullen worden. Wegtransport is simpelweg te kosten- en rendementsgevoelig voor deze oplossing.
LNG en CNG: minder vervuilend, maar nog steeds fossiel
LNG (vloeibaar aardgas) en CNG (aardgas onder hoge druk) bieden een CO2-reductie van 10–20% ten opzichte van diesel. De infrastructuur is er al, en voertuigen zijn goedkoper dan elektrische alternatieven. Maar ook deze vormen blijven fossiel en worden na 2040 niet meer toegestaan onder de zero-emissieregels.
Conclusie: mogelijk als tijdelijke stap, maar niet toekomstbestendig.
Praktische strategie: van planning naar actie
Voor wasserijen en stomerijen is het essentieel om de eigen distributie onder de loep te nemen. Daarbij spelen vragen als: welke routes worden gereden, wat is de gemiddelde afstand, waar kan worden geladen, en zijn er mogelijkheden om ritten te combineren of te verkorten? Door deze aspecten systematisch te analyseren, ontstaat er inzicht in de haalbaarheid van elektrificatie.
Een belangrijk uitgangspunt is om niet te beginnen met de technologie, maar met een grondige analyse van de huidige situatie. Hoeveel kilometers worden er gereden? Welke voertuigen zijn het zwaarst belast? Welke ritten lenen zich het beste voor elektrificatie? Op basis van deze inzichten kan vervolgens een routekaart worden opgesteld. Op de korte termijn, 2025 tot 2027, kan worden ingezet op het overstappen naar biobrandstoffen waar dat mogelijk is, gecombineerd met het voorbereiden van laadinfrastructuur. Voor de middellange termijn, van 2027 tot 2035, ligt de focus op de vervanging van dieselvoertuigen door elektrische varianten. Uiteindelijk, in de periode tussen 2035 en 2040, wordt gestreefd naar een volledige overstap naar emissievrij vervoer.
Verjonging wagenpark: langzaam maar zeker
Een aanvullende uitdaging is de traagheid waarmee het wagenpark wordt vernieuwd. De gemiddelde levensduur van een bestel- of vrachtwagen ligt tussen de tien en twaalf jaar. Dat betekent dat een investering in een dieselvoertuig nu, waarschijnlijk nog tot ver na 2035 effect heeft. En juist dat wringt met het zero-emissiebeleid dat steeds meer steden, provincies en ook de Europese Unie hanteren. Vroegtijdig anticiperen is daarom van groot belang. De vuistregel hierbij is duidelijk: investeer alleen nog in fossiele voertuigen als het echt niet anders kan.
Conclusie: de sector is aan zet
De conclusie van het rapport is helder. Elektriciteit wordt de dominante energiedrager voor distributie. De techniek is beschikbaar, de kosten dalen en de infrastructuur groeit. Bedrijven die nu investeren in elektrificatie, bouwen aan een toekomstbestendige logistiek. Waterstof, biobrandstoffen en e-fuels kunnen in specifieke gevallen of als tussenoplossing een rol spelen, maar vormen geen breed toepasbaar alternatief. De sector staat voor een strategische keuze: nu beginnen met verduurzamen of later ingehaald worden door regelgeving en marktdruk.
Het volledige rapport ‘Duurzame distributie’ is kosteloos beschikbaar voor leden van FTN en NETEX en kan via het secretariaatsbureau opgevraagd worden. ■